Inhoud
geeft uitleg over ontwerp en installatie van decentrale wtw-systemen. Zeker niet. Juist in de utiliteitsbouw is balansventilatie de standaard, zeker in kantoren en grotere openbare gebouwen. Met balansventilatie kan een hoog debiet worden bereikt, zonder deuren of ramen te openen. Als ruimten voor diverse functies worden gebruikt, met verschillende eisen aan ventilatie, is een systeem mogelijk met zones die apart regelbaar zijn (een multi-zone systeem). mechanische ventilatie installateur.
Het is belangrijk de installateur al vroeg in het ontwerp- en bouwproces te betrekken. Hij is pas klaar als het systeem goed is ingeregeld, is schoongemaakt (met nieuwe filters en zonder bouwstof in de ventilatiekanalen) en is gecontroleerd. Het Bouwbesluit geeft de minimumeisen voor de hoeveelheid toe te voeren verse lucht.
In utiliteitsgebouwen wordt de minimale luchthoeveelheid gebaseerd op het aantal personen in een ruimte. Verder worden er eisen gesteld aan de maximale luchtsnelheid die het systeem veroorzaakt en aan de regelbaarheid. Het aanvoerpunt voor verse buitenlucht mag zich niet bevinden in de buurt van een uitstroomopening van rookgas. Belangrijk is de geluidseis: maximaal 30 d, B in de verblijfsruimte.
Dat hangt vooral af van ontwerp, uitvoering, inregeling, reiniging, onderhoud en het gebruik. Verschillende ISSO-publicaties geven hiervoor praktische richtlijnen. In het ontwerp van een woning moet de architect rekening houden met ruimte voor de ventilatie-unit (meestal op zolder) en voor de ventilatiekanalen. Vanwege de geluidseisen wordt aanbevolen de ventilatie-unit in een afgesloten ruimte te plaatsen. ventilatie vervangen.
Voor de kanalen is voldoende ruimte nodig in de vloer. Flexibele, ronde kunststof buizen worden steeds vaker toegepast in plaats van de klassieke metalen hoekige kanalen. Deze geven minder weerstand en veroorzaken daardoor minder geluid. Bij integratie in de vloer moet hier rekening mee worden gehouden. Als er weinig ruimte is, kunnen plattere (ovale) kunststof kanalen een oplossing bieden.
Zeker als ventilatiekanalen in vloeren zijn ingestort. Bij een goed ontwerp moet dus ook rekening worden gehouden met eventuele veranderingen van de indeling en het gebruik van een woning. Dat kan door in grote verblijfsruimten meerdere luchttoevoerpunten aan te brengen. De praktijk leert overigens dat de vraag naar aanpassingen niet vaak voorkomt.
Dat betekent dat de snelheid van de luchtstroom zo laag mogelijk moet zijn. Wervelingen in de lucht moeten worden voorkomen. Een lage luchtsnelheid wordt bereikt door kanalen te kiezen met een ruime diameter. Wervelingen worden beperkt door ventilatiekanalen te gebruiken die van binnen glad zijn, geen vertakkingen hebben en aangelegd zijn met zo min mogelijk scherpe of haakse bochten.
Veel beter zijn kanalen die met ruime bochten en zonder vertakkingen kunnen worden aangelegd zoals flexibele kunststof kanalen. Tijdens de bouw is het belangrijk te voorkomen dat ventilatiekanalen vervuild raken (bijvoorbeeld met bouwstof of zand) of beschadigen (indeuken). De minimale afstand tussen toe- en afvoerventielen bedraagt één meter. Kortsluiting of een te hoge luchtsnelheid wordt dan voldoende voorkomen.
Het is belangrijker om bij de plaatsing van de toevoerventielen te letten op de waarschijnlijke indeling van vertrekken: liefst in de loopzones en niet boven de geplande zithoek of dicht bij de wand. Bij voorkeur niet (ventilatiesysteem vervangen). Een afzuigkap met een motor en een eigen afvoer heeft een hogere capaciteit en vervuilt de kanalen van het ventilatiesysteem niet - ventilatie systeem vervangen.
Dat kan vaak niet met een standaard afzuigkap, zodat er extra toevoer nodig is. Dat mag ook een klepraampje of iets dergelijks zijn - balansventilatiesysteem. Als de afzuigkap toch op het ventilatiesysteem moet worden aangesloten, kan dat met een motorloze afzuigkap. Deze fungeert dan in feite als één van de afvoerventielen en moet dus ook in het ontwerp van het ventilatiesysteem als zodanig worden meegenomen (mechanische ventilatie motor vervangen).
Hiermee wordt de lucht afgezogen, gereinigd en weer teruggebracht in de ruimte. Deze heeft dus geen invloed op het ventilatieconcept. Bij combinatie van balansventilatie met een open haard of een houtkachel zijn drie aandachtspunten belangrijk:Er moet voldoende afstand zijn tussen het aanvoerpunt van verse ventilatielucht en de schoorsteen van de haard of de kachel.
Er moet overigens ook voldoende afstand zijn tussen de schoorsteen en de ventilatietoevoer van de buren. De luchtstroom van de aanvoer en die van de afvoer moeten gegarandeerd in balans zijn (balans ventilatie). Als dat niet zo is, is er een risico dat lucht door de schoorsteen wordt aangezogen. De kachel of de haard moet een eigen luchttoevoer hebben.
Dat is al snel meer dan wat het ventilatiesysteem kan toevoeren. De installateur moet voor oplevering het systeem inregelen. Bij een meerstandenschakelaar wordt geadviseerd dat het systeem in de middelste stand voldoende debiet kan leveren. wtw vervangen. Bij een driestandenschakelaar is dat dus stand 2. Het debiet moet per ventiel worden gemeten en ingeregeld.
Er zijn vijf punten waar de bewoner op moet worden gewezen: Zet de installatie alleen bij uitzondering uit en zet hem dan na een tijdje weer aan. Plaats de ventielen na schoonmaken weer op dezelfde plaats terug. Zet gerust een raam open, ook al hoeft dat niet. Reinig de filters ieder kwartaal met de stofzuiger, vervang ze ieder half jaar.
De filters moeten tweemaal per jaar worden vervangen: eenmaal door de bewoner en eenmaal door een onderhoudsbedrijf die de installatie jaarlijks nakijkt. De bewoner wordt aangeraden om tussendoor de filters minsten één keer te stofzuigen. Op de ventilatieventielen in de woning verzamelt zich vettigheid en stof. De bewoner kan de ventielen schoonmaken met een sopje (mechanische ventilatie installateur).
De installateur kan ze hiervoor markeren. Reiniging en onderhoud van de ventilatie-unit en de ventilatiekanalen is werk voor een gespecialiseerd bedrijf. De VLA heeft hiervoor een onderhoudsnorm ontwikkeld. De ventilatie-unit moet ieder jaar worden schoongemaakt. Het onderhoudsbedrijf vervangt dan ook de filters en legt één set nieuwe filters neer voor de bewoner - ventilatiebox vervangen.
De ventilatie-unit van de meeste balansventilatiesystemen in Nederland worden geleverd met een grof (G) filter. De filters halen stof uit de lucht en beschermen de installatie. Met een extra fijn filter (F7 of beter) wordt de luchtkwaliteit verbeterd. Een extra fijn filter kan van belang zijn in een verontreinigde woonomgeving en/of als bewoners overgevoelig zijn voor verontreiniging in de lucht.
Meer informatie over het gebruik van luchtfilters in ventilatiesystemen is te vinden in ISSO-publicatie 27. In iedere verblijfsruimte moeten bewoners een raam open kunnen zetten. Dat schrijft het Bouwbesluit voor. Het is een hardnekkig misverstand dat balansventilatie hierdoor verstoord zou raken. Bij communicatie aan bewoners is het belangrijk dat misverstand uit de wereld te helpen.
Deze is bedoeld voor calamiteiten: als de sirene gaat. Als de installatie uit staat, wordt voorkomen dat bij een ramp gevaarlijke stoffen in de woning komen. In de praktijk gebruiken bewoners de schakelaar ook als er stank van buiten of rook van de open haard van de buren binnenkomt. Het is belangrijk de installatie na een tijdje weer aan te zetten.
Een moderne balansventilatie-unit heeft een bypass. Dit is een omleidingskanaal waarbij één van de twee luchtstromen om de warmtewisselaar wordt geleid. Meestal is dat de afvoerlucht uit de woning. Als de bypass open is, gaat deze lucht niet via de warmtewisselaar, maar rechtstreeks naar buiten. Er vindt dan geen warmtewisseling plaats met de verse buitenlucht, zodat overtollige warmte uit de woning kan worden afgevoerd - ventilatie systeem vervangen.
Er wordt dan alleen lucht afgezogen. Voor verse lucht moeten bewoners een raam openzetten. De bypass in de ventilatie-unit zorgt daarvoor. De bypass gaat open (en de warmtewisselaar dicht) als het binnen warmer is dan gewenst, terwijl de verwarming uit staat en het buiten koeler is dan binnen. In een goed geïsoleerde, zongerichte woning komt dat voor in het voor- of najaar als er veel zon naar binnen schijnt.
Op die momenten wordt overtollige warmte direct afgevoerd en wordt verse buitenlucht niet voorverwarmd (ventilatie monteur). In andere gevallen is de bypass dicht. Dan haalt de warmtewisselaar warmte uit de afgevoerde ventilatielucht om daarmee de verse buitenlucht voor te verwarmen. Ook overdag in de zomer, als het buiten warmer is dan binnen, is de bypass dicht.
Dankzij de bypass neemt de kans op oververhitting af. Balansventilatie mag echter niet worden aangemerkt als koelsysteem. Buitenlucht bevat weinig vocht, vooral wanneer het koud is. Wanneer deze lucht wordt aangezogen en vervolgens warm wordt, daalt de relatieve luchtvochtigheid. Dat voelt droog aan. Bewoners wijten droge lucht vaak aan de balansventilatie.
Buiting (Eisma Bouwmedia) Henk Bouwmeester Download de bovenstaande vragen en antwoorden in pdf-formaat. Zie ook het artikel Gedrukte editie "Balansventilatie met Warmteterugwinning" .
Niet ieder huis met balansventilatie heeft een wtw-installatie. Als je een luchtkoeler in de ventilatie-unit inbouwt werkt de warmtewisselaar ook andersom. In de zomer komt er dan koude frisse lucht binnen.
Meer van Klusjesdienst
Inhoud
Nieuwe Artikelen
Latex Spuiten - Betaalbaar En Professioneel
Voordelig Pleisteren
Latex Spuiten Met Precisie En Toewijding
Categorieen
Navigation
Latest Posts
Latex Spuiten - Betaalbaar En Professioneel
Voordelig Pleisteren
Latex Spuiten Met Precisie En Toewijding